Een zonnig weekje weg

23 november 2015 - Kunming, China

Zoals ik in mijn vorige blog al aankondigde was ik afgelopen week weer eens op reis. Samen met de Italiaanse Diana vloog ik woensdagavond naar Kunming, in het zuidwesten van China. Kunming is de hoofdstad van de Yunnan provincie, die bekend staat als het Walhalla voor backpackers. De relaxte sfeer, gecombineerd met mooie natuur en authentieke oude stadjes maakte deze trip tot een onvergetelijke. Inmiddels hadden we in Beijing de eerste sneeuw al gehad en waren we ontzettend blij om de kou even te kunnen ontvluchten. Het smog-level scoorde al dagenlang highscore na highscore dus ook daarvoor waren we op de vlucht. Ter illustratie, toen we opstegen had ik geen enkel idee waar de smog eindigde en de wolken begonnen, het was allemaal een grote grauwe massa.

Het was al redelijk diep in de nacht toen we aankwamen in ons hostel in Kunming. De bedden waren verbazingwekkend zacht en we sliepen als een roos. ’s Ochtends werden we verrast door het feit dat dit hostel een Westers ontbijt op het menu had staan, met gebakken ei, toast, jam, tomaat en boter. Zo’n simpele verrassing zorgt er hier altijd voor dat je dag niet meer stuk kan. Na het ontbijt namen we een aantal bussen naar Shílín, dat wereldberoemd is voor het Stone Forest. In dit “bos” wordt je niet door bomen maar door 30 meter hoge rotsen omsingeld. Nadat we links gingen waar alle andere toeristen rechts gingen liepen we een aantal uren alleen tussen de rotsen. We wandelden, klommen en wurmden ons door de rotspartijen heen en genoten volop. Ondertussen realiseerden we ons dat een jas meenemen wel erg overdreven was en dat we onze vesten ook best thuis hadden kunnen laten, zo heet was het hier in het zuiden. ’s Avonds vonden we met behulp van de Lonely Planet een fantastisch restaurant in Kunming waar we salade, omelet en aardappelgratin aten (voor ons een onbeschrijfelijk lekkere Westerse maaltijd, voor jullie de normaalste zaak van de wereld).

Zoals jullie inmiddels van me gewend zijn komt hier de uren durende busreis van het verhaal. Na een herhaling van ons Westerse ontbijt gingen we op pad naar de Yuanyang Rice Terraces. 8 uur later (appeltje eitje!) kwamen we aan bij de rijstterrassen. We hadden ontzettend veel geluk dat er in de bus twee Chinese meiden zaten die redelijk Engels spraken. Zij zorgden ervoor dat we een minibusje met locals aan konden houden dat ons naar het dorpje bracht waar ons hostel zat. Na een uur met zijn veertienen in het minibusje te hebben gezeten konden we met Anna en Jane (de Chinese meiden) op zoek naar het hostel. De zon was inmiddels onder dus we moesten nog een nachtje wachten tot we de rijstterrassen konden zien. Toen we bij het Sunny Guesthouse aankwamen troffen we daar een ontzettend lieve vrouw aan met allemaal boekjes met informatie in het Engels over alles wat we maar wilden weten. Anna en Jane kozen ervoor om ook in ons hostel te blijven en samen boekten we een sunrise – sunset tour voor de volgende dag, via de vrouw die ze “auntie” noemden. De man van auntie bereidde ondertussen ons avondeten dat we net van een Engelse menukaart hadden uitgezocht. Ik had besloten voor het lokale gerecht te gaan; ei met een random groente en rijst. Deze random groente, die shuhua heette, leek ontzettend op tabak maar smaakte gelukkig niet zo. Waar het wel naar smaakte weet ik niet zo goed, maar het was hartstikke eetbaar. Met een volle buik en de wekker op 6.15 uur doken we ons bed in.

De volgende ochtend stonden we vroeg op om de zonsopgang te kunnen bekijken. We hadden ons hostel expres in het dorpje geboekt waar de zonsopgang het mooiste is, zodat we daar ’s ochtends niet voor op pad hoefden. Vanaf het dakterras van ons hostel keken we naar de sterren, terwijl er steeds meer licht van achter de heuvels vandaan kwam. De eerste zonnestralen glipten door de heuvels en verlichtten de rijstterrassen. De rijstvelden worden in de winter gevuld met water, waardoor ze zonlicht reflecteren en ontzettend mooi zijn om te zien. Vanaf november zijn de rijstterrassen gevuld, dus we hadden het geluk om deze plek op zijn allermooist te kunnen zien. Na het ontbijt werden we opgehaald door een dorpsbewoner die ons de hele dag zou rondrijden. Het gebied was veel groter dan ik verwachtte en zelfs met een hele dag rondrijden hebben we nog niet alle rijstterrassen gezien. Omdat het zaterdag was hadden we het geluk dat alle kinderen vrolijk aan het buitenspelen waren. Bij één van de uitkijkpunten kwamen we twee prachtige meisjes tegen. We zetten ze op de foto, keken uit over de velden en reden verder. De twee meisjes, die ontzettend verbaasd waren door twee Westerlingen, renden keihard achter ons busje aan en waren niet ver achter ons toen we weer stopten. Ze wilden ons graag hun eigen dorp laten zien. Dus maakten we een lange wandeling door het dorp, terwijl Anna en Jane als tolk fungeerden. Eenmaal terug bij de auto, gaf de chauffeur de meisjes ieder 2 Yuan en zwaaiden we ze uit. Wat een schatjes!

Na nog een aantal uur rond te hebben gereden werden we hongerig en gingen we naar een ander dorp. Hier konden we bij een mevrouw aanwijzen welke groente we lekker vonden en zij zou dat voor ons klaarmaken. We wezen naar aardappelen en groene paprika en wachtten vrolijk af. Tijdens het wachten besloot ik door het dorp te lopen om wat foto’s te maken. Toen ik twee jochies zag badmintonnen wilde ik van een afstandje een foto maken. Ze hadden me door en renden hard lachend weg. Al snel was ik in een spelletje verstoppertje verwikkeld met alle dorpskinderen. Onder auto’s door zag ik allemaal kindervoetjes en af en toe kwam er een lachend gezicht om een hoekje. Ze verschuilden zicht op balkons, achter tonnen en in huizen en hadden de grootste lol. Één jongetje had een telefoon met camera en hij had de taak op zich genomen om een foto van mij te proberen te maken. Die taak liet ik hem natuurlijk volbrengen en toen ik allang weer aan tafel zat omdat ons aardappel-paprika gerecht klaar was, kwamen de kids nog vele keren langs om ons te observeren. Na de lunch gingen we even bij de chauffeur zijn huis langs, waar hij vrolijk werd onthaald door zijn zoontje en dochtertje. De rest van de dag reden we langs de rijstvelden en spotten we giftige spinnen en een slang. Nadat we de zonsondergang hadden bekeken reden we in het pikkedonker naar het hostel. Hier werd er weer een lekker avondmaal voor ons bereid, waarna we volledig uitgeput naar bed gingen.

Op zondagochtend gingen we terug naar Kunming. We moesten al om 7 uur weg met een minibusje om op tijd bus tickets te kunnen kopen. Nadat we om 8 uur onze bus tickets bemachtigd hadden, gingen we op zoek naar ontbijt. Anna en Jane namen me mee naar een noodles restaurant, terwijl Diana voor fruit ging omdat ze de geur van warm eten zo vroeg in de ochtend niet echt aankon. Mijn noodles waren hartstikke lekker en als ik ze als avondeten had gekregen had ik ze waarschijnlijk nog veel meer gewaardeerd. Na het ontbijt konden we met de bus naar Kunming. Zo’n acht uur later kwamen we aan en gingen we terug naar ons fijne, vertrouwde hostel. We wandelden nog wat rond in de stad en gingen vervolgens vroeg terug naar het hostel. Diana moest namelijk om 5 uur ’s ochtends naar het vliegveld om op maandag op tijd in college te zijn. Ik zou nog drie dagen blijven omdat ik pas donderochtend weer op de universiteit werd verwacht.

Vanaf maandag was ik dus alleen op vakantie. Ik besloot ’s ochtends naar het bekende Green Lake Park te gaan. Maar eerst moest ik nog even met de taxi naar het station om een ticket voor de nachttrein te boeken. Met mijn ticket op zak besloot ik eens gek te doen en me niet met een gewone taxi, maar met een scooter taxi naar het park te brengen. Na een behoorlijk lange afding conversatie, waar de scooterrijders 30 Yuan van me wilden terwijl ik maar 15 Yuan over had voor de rit, besloot één van de chauffeurs me voor 15¥ te brengen. Ik stapte achterop en liet me vrolijk rondrijden door de stad. Na een tijdje realiseerde ik me dat de chauffeur geen flauw idee had waar ik eigenlijk heen wilde. Ik begon over het park, hij zei “Oh, parkie parkie!” en we draaiden om. Na een toeristische rondrit door Kunming kwam ik eindelijk bij het park aan en toverde ik mijn camera tevoorschijn. Overal deden oudere mensen hun tai chi oefeningen. Hoewel ik ze niet wilde intimideren met mijn camera, wilde ik wel graag foto’s maken, dus sloop ik als een echte paparazzi rond om stiekem mooie plaatjes te schieten. Daarna ging ik naar het meer, waar vele Chinezen dolenthousiast stonden te kijken omdat de zeemeeuwen net waren aangekomen die hier overwinteren. Vervolgens was het tijd voor een extra dosis cultuur en ging ik naar een tempel. Behalve een aantal bedelaars was er bij de tempel niemand te bekennen dus ik werd overvallen door rust. Ik liep wat rond, genoot van de stilte en zag dat het water rond de tempel bewoond werd door zo’n 50 schildpadden. Ik vind het absoluut niet erg om een aantal dagen alleen te reizen, maar ik kreeg wel de behoefte om een boek te kopen, zodat ik op stille momenten wat te doen had. Op zoek naar een Engelse boekwinkel dan maar. De boekwinkel was op internet snel gevonden, nu nog in het echt. Een lange wandeling, een huwelijksaanzoek van een Chinese vader voor zijn 25-jarige zoon, een potje illegaal blikgooien terwijl de politie eraan komt en een lachwekkend tripje door een markthal waar iedereen sliep later, kwam ik aan bij de boekwinkel. Ik kocht Scott Fitzgerald’s ‘The great gatsby’, Khaled Hosseini’s ‘And the mountains echoed’, een opschrijfboekje en een National Geographic en was klaar voor alle rustige momenten op deze trip. De rest van de dag wandelde ik door oud en nieuw Kunming, beschreef ik de eerste pagina’s van mijn dagboek, bezocht ik een moskee, liep ik een kerk in die een winkelcentrum bleek te zijn en las ik de eerste hoofdstukken van Khaled Hosseini’s boek, totdat ik uiteindelijk met vermoeide benen van al het wandelen in mijn hostel belandde. Hier speelde ik kaartspellen, tot ik klaar was om de taxi te nemen naar het station, waar ik de nachttrein naar Dalí zou nemen. Een Chinese en een Belgische hostelgenoot bleken dezelfde nachttrein naar Dalí te hebben geboekt, dus namen we met zijn drieën een taxi. Eenmaal in de trein probeerde werd het licht al snel uitgedaan en probeerde ik zoveel mogelijk uren slaap te pakken voor de vroege aankomst in Yunnan’s volgende mooie stad.

Bij aankomst in Dalí, wist ik dat ik al mijn tijd hard nodig zou hebben om een zo goed mogelijk beeld van de stad te krijgen. Aan het einde van de middag zou ik namelijk alweer doorreizen naar Lijiang, mijn eindbestemming van de vakantie. Ik ging met de jongens mee naar hun hostel om mijn bagage te droppen en ging meteen de stad in. Het was nog vroeg in de ochtend toen ik door de stadspoort liep. Langzaam zag ik het leven in Dalí op gang komen, winkels gingen open en winkeliers probeerden me stuk voor stuk naar binnen te lokken. De winkels waren erg toeristisch en behalve wat schattige armbandjes en de beroemde Yunnan koffie en thee was ik eigenlijk nergens in geïnteresseerd. Als ontbijt kocht ik twee pannenkoekjes met vijgenjam bij een mevrouw op straat en dronk ik een kopje thee. Ook vandaag kwam ik weer op een marktje terecht. Na een aantal uur rondgewandeld te hebben kwamen er toeristen uit alle hoeken en gaten en had ik het in het stadje wel gezien. Ik besloot een fiets te huren om naar het dichtbijgelegen Er Hai meer te gaan. Eenmaal aangekomen bij het meer, werd ik ook hier aangesproken door winkeliers die mij hun toeristische artikelen wilde aansmeren. Daar zat ik niet op te wachten, dus ik bedacht om een stuk langs het meer te fietsen tot ik geen toerist meer zou tegenkomen. Zo’n 5 minuten later was mijn missie al geslaagd. Ik fietste in mijn eentje langs velden waar mannen en vrouwen aan het oogsten waren, kwam aan bij een garnalenvissers dorpje en moest zo nu en dan aan de kant voor geiten op de weg. Nu ik het authentieke lake Er Hai had gevonden keek ik mijn ogen uit. Vele foto’s en kilometers in de benen later, werd ik hongerig en hoopte ik een restaurant te kunnen vinden. Nog een aantal kilometers later eindigde ik in een café met een eindeloos uitzicht over het meer. Een cappuccino en een stukje chocoladetaart, het enige eten dat ze hier hadden, verder stapte ik weer op mijn fiets om terug te crossen naar Dalí. Eenmaal terug leverde ik mijn fiets in en had ik nog een paar uur de tijd om de rest van de stad te zien. Ik liep door de schattige straatjes, chillde op een terrasje en had gesprekken met Chinezen die matig Engels spraken. Toen was het tijd om mijn backpack op te halen in het hostel, een bus te pakken naar het station en de trein naar Lijiang te nemen. Eenmaal aangekomen in Lijiang nam ik een taxi naar mijn hostel, zette ik een wekker op 6 uur en viel ik tijdens het lezen van mijn boek in slaap.

Toen ik ’s ochtends gewekt werd door mijn wekker, realiseerde ik me dat het nog veel te donker was buiten om al op te staan. Ik had de wekker zo vroeg gezet omdat Lijiang een heel populair stadje is in China. Per jaar komen er zo’n 5 miljoen, voornamelijk Chinese, toeristen naar dit stadje dat nog volledig in oude staat is en ik wilde de straat op zijn voordat er andere toeristen waren. Een uur later begon het licht te worden en ging ik het hostel uit. Gelukkig werkte mijn tactiek en hoefde ik de straten alleen met de dorpsbewoners, die hun kinderen naar school brachten, te delen. Lijiang is echt een prachtig stadje en ieder straatje en steegje was fotogeniek. De Lonely Planet waarschuwt dat iedereen verdwaalt raakt in Lijiang. Ik vroeg bij een hotel om een kaart van het stadje, en toen ik een 8 A4’tjes grote kaart in mijn handen kreeg begreep ik dat het misschien het beste was om niet eens te proberen een route te maken. Ik liet me leiden door het labyrint en ging vrolijk rechts en links waar ik wilde. Als ik aan het einde van de dag maar op tijd terug zou zijn in het hostel en mijn vlucht zou halen, maakte het me niet uit hoe ik ronddwaalde. Gedurende de dag kwamen er steeds meer toeristen, maar echt druk was het niet. Mijn ontbijt was een heerlijke groenteloempia in een ‘foodcourt’ en toen ik na uren rondwandelen rond lunchtijd weer bij hetzelfde ‘foodcourt’ aankwam, at ik hier ook noodles met groente voor lunch. Ook de rest van de dag wandelde ik rond, want er was hier oneindig veel te zien. Af en toe ging ik ergens zitten en las ik wat in mijn boek, maar ik heb vooral gewandeld. Toen het begon te schemeren vond ik mijn weg terug naar het hostel, waar ik mijn backpack ophaalde. Na een flinke afdingsessie met een taxichauffeur werd ik naar het vliegveld gebracht, waarna ik na een turbulente vlucht midden in de nacht aankwam in Beijing. Hier belandde ik nog in een nachtelijke file, terwijl ik de meest uiteenlopende gesprekken had met de taxichauffeur (via zijn vertalings-app) over tulpen, Michael Jackson en visumaanvragen. Het was een fantastische trip en terwijl ik hier nu in de sneeuw zit geniet ik nog steeds na van deze heerlijk warme provincie. Inmiddels heb ik Yunnan zelfs benoemd tot mijn favoriete provincie in China.

Foto’s

5 Reacties

  1. Lipman:
    23 november 2015
    Dit is weer een spannend relaas van je verblijf in China,
    we genieten er van Kar. Pas
    goed op jezelf hoor. Een super dikke knuffel.
  2. Astrid:
    24 november 2015
    Heerlijk lieverd, in gedachten reizen we met je mee. dikke kus, mam
  3. Hellen:
    27 november 2015
    Dag Karlijn, ik vind het knap werk van je. Zoals jij je door heel China beweegt. Niet alleen per vliegtuig of trein. Een taxi is vaak ook nog wel te doen. (Ofschoon je dan ook van wanten moet weten en stevig moet onderhandelen). Maar om dan ook nog je weg weten te vinden bij de lokale busstations .. Petje af! Geweldig om telkens weer je reisverhalen te lezen. Herinneringen komen dan bij mij ook weer bovendrijven. Super fijn. Geniet ervan en veel lieve groetjes!
  4. Koen:
    27 november 2015
    Kar, wat schrijf jij fantastisch! Heerlijk om te lezen over je avonturen! Kus van je broer!
  5. Karlijn:
    27 november 2015
    Dank jullie wel allemaal!!! Xx