Studeer jij eigenlijk wel eens?

4 november 2015

Ja zeker, ik ben al bijna twee weken terug van mijn laatste trip en nu ik dus al weer een tijdje rustig in Beijing aan het studeren ben is het tijd voor een nieuwe blog. Want ook als ik niet op reis ben gebeurt er hier genoeg. Ten eerste heb ik de afgelopen anderhalve week “hard” gestudeerd. Ik schreef een aantal papers en samenvattingen, hield presentaties en had zelfs een officiële mid-term. De rust is inmiddels wedergekeerd en volgende week kan ik weer op reis. Woensdagavond vlieg ik naar Kunming en wat ik daar allemaal ga zien laat ik nog even een verrassing.

Maar goed, over het studeren dus… Ik volg hier vijf vakken genaamd Marketing Research, Strategic Management, Chinese Society, Investing in China en China’s Grand Strategy. De eerste twee vakken volg ik aan de bedrijfskunde faculteit en zijn vakken van bachelor niveau. Dat houdt hier in dat ze eigenlijk niet heel veel voorstellen en voor zo’n 50% herhalen wat ik in Nederland al geleerd heb. Chinese studenten volgen soms 15 vakken tegelijk en dat leidt er natuurlijk onvermijdelijk toe dat het niveau van de vakken niet te hoog kan zijn (kwaliteit vs. kwantiteit), want hoewel de Chinezen op de universiteit slim zijn, hebben ze geen superkrachten.

De andere drie vakken zijn master vakken van het Contemporary China Studies Programme, die inzicht geven in hoe het China van nu ontstaan is en haar relatie tot het Westen. Super interessant en voor mij helemaal nieuw. Mijn klassen bestaan vooral uit Nederlandse politicologie studenten, buitenlandse international relations studenten, studenten met een achtergrond in China studies en dan nog een groepje met totaal andere achtergronden. Ik behoor tot dat laatste groepje en laat me wekelijks verrassen door dingen waar ik eigenlijk best wel weinig verstand van heb. Aan de andere kant vind ik toch altijd wel weer raakvlaken met mijn studies omdat China’s economie vrijwel altijd ter sprake komt en er bij ieder onderwerp duurzame kanttekeningen geplaatst (kunnen) worden.

 

Het leukste aan studeren vind ik het campus leven hier. Wat zou ik dat graag mee terug nemen naar Nederland. Studeren doe je niet in je kamer, maar in Laneway dat hier een begrip op zich is. Laneway is het café in de kelder van het gebouw waarin alle internationale studenten wonen. Ik loop dus mijn kamer uit op de vierde verdieping, neem de lift naar de kelder en loop zo Laneway in. Daar kom ik dan mijn internationale vrienden tegen waarmee ik ga studeren. De helft van de tijd zitten we natuurlijk gewoon te praten, maar als er echt wat moet gebeuren doe ik mijn oortjes in, zet ik studeer muziek aan en studeer ik onder het genot van een kop koffie. Als ik vervolgens naar college moet loop ik het gebouw uit, kom ik buiten mensen tegen die naar hetzelfde college moeten en lopen we gezamenlijk ik een minuut of 10 naar het MingDe gebouw waarin we college hebben.

 

Op mijn vrije dagen doe ik soms toeristische dingen in Beijing. Ik ben al een aantal keer naar de Verboden Stad en de omliggende hutongs geweest, heb me laten verbazen door het Zomer Paleis, gebruikte mijn net aangeschafte selfiestick in de Beijing Zoo en heb zoals jullie weten ook de Muur overwonnen. Dit weekend ondergingen de Lama Temple en Confusian Temple een bezoek en er staat nog veel meer op mijn lijstje.

 

's Avonds gaan we nog steeds wekelijks uit en inmiddels hebben we een duidelijke voorkeur voor clubs en bars ontwikkeld. Ook aan karaoke kon ik natuurlijk niet ontkomen en dit heeft ons al twee super avonden bezorgd. Beide keren zongen de longen uit ons lijf onder het genot van bier en het geluid van blèrende Aziaten op de achtergrond. In de karaoke krijg je je eigen kamer waar je vrijwel alle liedjes die je kunt bedenken kan selecteren. Daarnaast kun je zelf de discolichten in de kamer aanpassen en heb je zelfs een microfoon voor de backing vocals.

 

Verder wil ik jullie graag nog iets vertellen over het Engels van Chinezen. Op de campus zijn er redelijk wat studenten te vinden die Engels spreken. Daar buiten is het vaak een uitdaging, of eerlijk gezegd geef ik de hoop op Engels sprekende mensen zodra ik de poort van de campus uitloop op. Taxi chauffeurs zijn het ergste. Die kunnen letterlijk alleen "Bye bye" zeggen. Natuurlijk weet ik het adres van de campus in het Chinees te zeggen ("Renmin daxue dongmen") en laat ik van andere dingen een foto van het adres zien In restaurants kunnen ze er ook wat van. Soms krijg je een menukaart met Engelse vertalingen voor je neus. Ik ben dan altijd even opgelucht tot ik de teksten begin te lezen: "sprinkle the emperor", "garlic to burn his article" en "flavor whistle face" zijn maar een greep uit alle gerechten die op het menu staan.

 

 

Als het om waarschuwingen en regels gaat is het Engels vaak wel begrijpelijk. In onze residence hangen overal briefjes met "warm tips". Één van de tips is "no pets" wat in mijn ogen toch echt een regel is. Verder hangt er in mijn douche de waarschuwing "caution: wet floor" wat ik vooral erg lief vind. Volgens mij zijn er vrij weinig mensen op de universiteit te vinden die niet zelf begrijpen dat de vloer nat wordt als je de douche aanzet. En dan is er nog de stem in de metro die iedereen dringend verzoekt om de roltrappen met beleid te betreden. "Please stand still and hold the handrail" galmt het door de tunnels van het metronetwerk. Over metro's gesproken, daar heerst een hele interessante schijnveiligheid. Als je een metro station inloopt gaat je tas door een scanner en op sommige stations moet je zelf ook door zo'n scanner. Degene die de scans moet controleren zit vrijwel altijd met zijn collega's te leuteren en je krijgt je tas dan ook altijd mee. Zelfs toen ik onderweg naar de Chinese muur een groot zakmes bij me had werd er niets gezegd. De scans waar je zelf doorheen moet, slaan ook nergens op. Ik piep meestal aan alle kanten maar kan altijd doorlopen. Voor toeristische attracties geldt hetzelfde verhaal, je tas en jij zelf door de scanner en dan kan je standaard doorlopen.

 

Een ander opvallend ding aan deze schijnveiligheid is dat je gegevens overal genoteerd worden. Als ik 's avonds na 12 uur mijn gebouw in kom word ik gesommeerd mijn naam, telefoonnummer en kamernummer op te schrijven. Of ik nou opschrijf dat ik Karlijn Peters uit kamer 446 of Angelina Jolie uit kamer 683 ben maakt ze helemaal niks uit, zolang er maar iets op dat papier staat. Bij toeristische attracties vragen ze om je paspoort en wordt al je informatie in het systeem gezet. En ook als je een treinkaartje wilt kopen kan dat alleen met een paspoort. Het voelt af en toe een beetje alsof ik in George Orwells' 1984 ben beland. Toen een Chinese vrouw aan me vertelde dat ze het niet zo op Mao Zhedong had maar dat het heel gevaarlijk was omdat in de buurt van de Verboden Stad te zeggen voelde het toch wel even alsof de regering altijd en overal mee luistert. Een aantal weken geleden had ik het plan om met wat vrienden naar Tibet te gaan. Dit is uiteindelijk niet gelukt omdat het veel te duur is voor studenten, maar dat even terzijde. Ik wilde graag meer weten en zocht wat documentaires over Tibet op. Om naar Tibet te gaan heb je een speciaal visum nodig en ga je dus door een grondige Chinese screening. Toen ik de documentaires over Tibet aan het Googlen was krabte ik mezelf wel even achter de oren: ‘Zouden ze me hierdoor mijn visum kunnen weigeren?’ Ik zal het nooit weten...

 

Veel liefs uit het oosten,

 

Karlijn

5 Reacties

  1. Astrid Peters jr.:
    3 november 2015
    Read it, liked it! xx
  2. Esther:
    3 november 2015
    Supertof om te lezen hoe het daar is Kar! Heel anders dan het Zweedse studentenleven haha, geniet er van :)
  3. Frederiek van Rhijn:
    5 november 2015
    Ik zou voor de Chinese newsletter gaan, Karlijn!
    Veel plezier en kijk uit naar je volgende Post!
  4. Frederiek van Rhijn:
    5 november 2015
  5. Maria:
    5 november 2015
    Wat fantatisch om zoveel nieuwe indrukken op te doen
    Door je verhalen begrijp ik iets meer van die voor ons bijzondere cultuur!